![](images/spacer.gif)
![](images/spacer.gif)
![](images/spacer.gif)
![](images/dekuvasz/kutyaf20.jpg)
![](images/dekuvasz/bouwMale.jpg)
![](images/dekuvasz/bouwFemale.jpg)
![](images/spacer.gif)
![](images/dekuvasz/kutyaf22a.jpg)
![](images/spacer.gif)
|
Uiterlijk
van de Kuvasz
Algemeen
voorkomen en gebruik
De
Kuvasz is een grote hond van gestalte. Zijn uiterlijke verschijning
verraadt adel en tegelijk kracht. De verschillende lichaamsdelen zijn
goed geproportioneerd, niet te lang, niet gedrongen. Het spierstelsel
is droog en het beendergestel sterk, maar niet grof. De gewrichten
zijn droog. Een juiste stand van de ledematen, een diepe borstkas
en een iets schuin kruis duidt op een onvermoeibare werkbekwaamheid.
Het lichaam is langwerpig, bijna vierkant. Het gebit is krachtig.
De vacht is hard, gegolfd en wit van
kleur (ivoorkleur is toegestaan).
De Kuvasz is aanhankelijk maar niet vleierig. Het is een uitstekende
waakhond met een fijne neus. Vroeger werd zijn hulp ingeroepen
bij de jacht op wolven en wilde zwijnen. Hij is onverschrokken, moedig,
zelfs heldhaftig.
Hoofd
Het meest aantrekkelijke deel van
deze hond is zijn hoofd, hetwelk een zekere adel en kracht uitstraalt. De
schedel is vrij lang, maar niet spits; middelmatig breed, groot van lengte. De
top van het hoofd is breed. Op een rechte lijn hiervan zijn de oren aan
weerszijden van het hoofd ingeplant. De voorhoofdsrimpel is uitgesproken. De
wenkbrauwbogen zijn middelmatig ontwikkeld. De stop is middelmatig hellend, doch
breed gewelfd. De neusrug is recht, smaller bij de neus zonder echt spits te
worden. De voorhoofdsgroef loopt door op de snuit. De neus is scherp, zwart. De
oogleden en lippen zijn zwart. Het voorhoofd is breed, lang en gespierd. Het
gebit is goed ontwikkeld, sterk, regelmatig en scharend. De lippen sluiten aan
tegen het gebit en zijn getand in de mondhoeken. De ogen staan schuin, zijn
amandelvormig en donkerbruin. De blik kan soms een soort wreedheid inhouden. De
oogleden zijn dicht tegen de ogen aangesloten.
De oren, staande bovenaan de schedel, zijn hoog en horizontaal ingeplant
en naar beneden afgebroken. Het bovenste deel staat iets van het hoofd af,
lager zijn ze tegen het hoofd aangesloten. In waakzame toestand wordt het
oor iets naar voren bewogen, maar komt nooit omhoog. De oorschelpen hebben
de vorm van een stompe V. De hals vormt met de horizontale as een hoek van
25 tot 30°. Hij is van middelmatige lengte, eerder iets korter en goed
gespierd. De nek is kort. De Kuvasz heeft geen halskwab.
Voorste ledematen
De diepe, niet te brede en ronde borstkast van de Kuvasz vergemakkelijkt
de schuine ligging en de lengte van de schouderbladen. De ellebogen zijn
onder de borstkas noch gedrukt, noch ervan afstaand. De voorste ledematen
staan verticaal onder de romp en hun gang is recht vooruit. De onderarm
is lang en droog gespierd. Naar de hand toe zijn de ledematen lang door
de droge en gesloten gewrichtsbanden. De hoekingen evenals de handwortels
zijn droog. De middenhand vormt een hoek van 45° met de horizontale
lijn. De voeten zijn strak, nauw gesloten en met weinig haar tussen de tenen.
De voetzolen zijn elastisch. De houding van de voorste ledematen is regelmatig
en middelmatig breed.
Romp
De schoft ligt iets hoger dan de rug en is lang. De rug is middellang. De
lendenstreek is kort. Het kruis is iets afhellend, rijkelijk gespierd, breed.
De overvloedige beharing doet de hond soms overbouwd lijken. De borstkas
is zeer diep, lang maar niet al te breed. De voorborst is naar voren uitgezet
door het borstbeen en een sterk spierstelsel. De buiklijn is aanzienlijk
naar achteren opgetrokken. De staart is laag aangezet, in het verlengde
van het kruis. De staart wordt duidelijk naar beneden gedragen en reikt
tot het spronggewricht. Het uiteinde is iets omhoog geplooid, zonder te
krullen. In opwinding of waakzame toestand komt de staart hoger dan de lendenstreek.
Achterste ledematen
De achterste ledematen zijn hoog
ingeplant. In het heupgewricht vormt het dijbeen een hoek van 90° met het
bekken. Het kniegewricht vormt een hoek van 110-120°. Het spronggewricht
130-140°. De dijbenen en poten zijn sterk gespierd. Het spronggewricht is
breed, lang en droog. De middenvoet staat loodrecht. De achterste tenen staan
steiler dan de voorste. De voeten zijn langer en smaller dan de handen. De zolen
zijn vast en elastisch. De nagels zijn goed ontwikkeld en lei-grijskleurig. De
Hubertusklauwen moeten verwijderd worden.
Huid en beharing
De huid is sterk gepigmenteerd. De kleur is leisteen-grijs. De neus, oogleden
en lippen zijn zwart of leisteenkleurig. Het gehemelte moet donker van kleur
zijn. De buik is gelijkmatig donker gepigmenteerd. De tong is dieprood.
Een bont pigment op een gekleurde achtergrond wordt ook toegelaten.
Het hoofd is bedekt met kort, recht, dik haar van 1 tot 2 cm lang,
evenals de oren en voeten. De voor- en zijkanten van de voorste ledematen
en de binnenkanten van de achterste ledematen zijn bedekt met kort
haar. De romp, bovenarm, dijbeen en staart zijn met vlakgegolfde middellange,
van 4 tot 12 cm lange haren bedekt, welke op verschillende plaatsen
kammen, kruinen en draaiingen vertonen.
De
beharing is lichtjes ruw en stug, gegolfd, doch niet vervilt.
Onder de vacht bevindt zich de ondervacht die fijn en wollig
is. Rond de hals is er een kraag die tot aan de borst reikt.
De ledematen zijn bevederd met lange franjes van 5 tot 8 cm.
De staart is over de ganse lengte rijkelijk en golvend behaard. Onderaan
zijn de haren het langst (10 tot 15 cm). De vacht van pups is glanzend,
dicht, gegolfd of glad. De kleur van de beharing is wit. Ivoorkleurig
wordt momenteel ook toegelaten.
Grootte en gewicht
Schofthoogte | | | Gewicht | reuen: |
71 - 76 cm |
reuen: | 40 - 50 kg |
teven: | 66 - 70 cm |
teven: | 30 - 42 kg |
Gangwerk
De tred is traag, behoedzaam zwaar. De draf is
zwaaiend ruim. Een Kuvasz kan zonder moeite 25 tot 30 km afleggen in draf.
Fouten
Korte snuit. Sterk bolstaande schedel. Zwak ontwikkelde oogbogen.
Licht afhangende oogleden of lippen. De oren tegen het hoofd aangedrukt.
Naar achter geslagen oren. Lange hals. Brede borst, losse schouders.
Lichtgrijze huid. Gele ogen. CrËmekleurige vacht of met crËmekleurige
vlekken. Lafhartige aanleg.
Diskwalificerende fouten
Rechtstaande oren. Voorbijten of sterk onderbijten. Uitzonderlijk sterke
stop. Ruwe of klittende vacht. Krullende staart of staart die zelfs in rust
boven de ruglijn komt.
Schofthoogte lager dan 65 cm bij de reuen of onder de 60 cm bij de teven.
Gewicht boven de 60 kg is niet gewenst. |
|